Hervorming van onroerendgoedbelasting: nieuwe regels treffen miljoenen eigenaren van onroerend goed!

Hervorming van onroerendgoedbelasting: nieuwe regels treffen miljoenen eigenaren van onroerend goed!
Sinds 1 januari 2025 is er een uitgebreide hervorming van onroerendgoedbelasting in Duitsland, die van invloed zal zijn op land en uiteindelijk ook de huurders. Deze hervorming is een gevolg van een vonnis van het federale constitutionele hof, dat op 10 april 2019 om een fundamentele herbeoordeling van de onroerende voorheffing vroeg.
onroerendgoedbelasting is belangrijk voor bijna elke burger in Duitsland. Eigenaren zijn verplicht ze jaarlijks te betalen, terwijl huurders ze indirect moeten betalen door verhoogde bedrijfskosten. Veel mensen in het district Kusel worden daarom geconfronteerd met onzekere financiële lasten. De hervorming kan mogelijk de huurprijzen verhogen, die met name veel mensen met lagere inkomens kunnen belasten.
Achtergrond van de hervorming
De nieuwe benadering van onroerendgoedbelasting is bedoeld om de ongelijke behandeling van eigenaren van onroerend goed te elimineren. In het vonnis van het federale grondwettelijke hof werd bekritiseerd dat de onjuist gedimensioneerde belasting leidde tot een nadeel van eigenaren die vastgoedwaarden regelmatig zagen. Tot 31 december 2019 hadden de Bundestag en de Federale Raad tijd om te beslissen over een nieuwe versie van onroerendgoedbelasting om te voldoen aan de vereisten van de rechtbank. De voorgestelde wijzigingen moesten op 31 december 2024 in de laatste plaats worden uitgevoerd om aan de wettelijke vereisten te voldoen.
De hervorming beïnvloedt ongeveer 35 miljoen percelen land. De onroerendgoedbelasting wordt opnieuw berekend als een echte belasting, die is gebaseerd op de waarde van het onroerend goed. Om de belasting te bepalen, stromen de eenheidswaarde en het belastingmeetnummer erin, die kunnen variëren afhankelijk van de regio. Als gevolg hiervan verschillen de belastingtarieven sterk tussen de gemeenten.
Hervormingsmodellen en toekomstige effecten
In de politieke discussie zijn er momenteel twee modellen voor het hervormen van onroerendgoedbelasting: het kostenwaardemodel en het landwaardemodel. Het kostenwaardemodel, dat de voorkeur heeft door 14 van de 16 federale staten, is gebaseerd op de werkelijke bouwkosten. Het landwaardemodel houdt daarentegen rekening met de marktwaarde van het onroerend goed en is vooral populair bij supporters die beweren dat dit model de speculatie van onroerend goed zou kunnen tegengaan.
onroerendgoedbelasting B, die wordt geïnd voor structuren die voor structuren worden gebruikt, bracht in 2016 ongeveer 13,3 miljard euro in de schatkist, terwijl onroerendgoedbelasting A slechts ongeveer 400 miljoen euro binnenbracht voor grond en bosbouw. Gemeenten zijn onafhankelijk in de beslissing over het bedrag van het belastingtarief en kunnen dienovereenkomstig verschillende financiële lasten voor burgers tot stand brengen.
De resultaten van deze hervorming zullen een duurzaam effect hebben op de lokale financiën en huurprijzen, daarom moeten zowel onroerend goed -eigenaren als huurders de ontwikkelingen zorgvuldig volgen. De komende wijzigingen in het onroerendgoedbelastingbeleid zijn niet alleen een antwoord op de constitutionele uitdagingen, maar ook een kans om meer gelijk kader te creëren op de onroerendgoedmarkt.
Details | |
---|---|
Quellen |