Vecht voor de niqab: de rechtbank staat geen uitzonderingen toe om te rijden
Vecht voor de niqab: de rechtbank staat geen uitzonderingen toe om te rijden
Een 30-jarige moslimconvert heeft een vrijstelling gevraagd voor het Trier Administratieve Court om te rijden met Niqab, een gezichtssluier. De eiser beweert dat het haar religieuze plicht is om zowel haar gezicht als haar lichaam te bedekken tijdens het rijden. Ze benadrukt dat het dragen van de niqab geen verhoogd risico op rijen of beperkingen op wetshandhaving brengt. Bovendien verwijst ze naar de onvoldoende verbinding van haar verblijfplaats met het openbaarvervoersysteem, dat zijn bewegingsvrijheid beperkt, zoals Rheinpfalz.de gemeld.
De rechtbanken in Duitsland hebben echter in vergelijkbare gevallen al duidelijke beslissingen genomen. Zoals het administratieve rechtbank van Berlijn benadrukt, dient het verbod op de verandering van verkeersveiligheid en kan niet worden opgeheven door religieuze vrijheid. Dit werd ook beslist in een procedure in januari 2024 (AZ. 11 K 61/24) toen een andere moslimin faalde met haar aanvraag voor een vrijstelling. De rechtbank oordeelde dat het verbod op de verwarming nodig is om de identificatie van weggebruikers te waarborgen en bij te dragen aan de effectieve straf van verkeersovertredingen, zoals in >>>> juraforum.de
In augustus 2024 bevestigde de Koblenz Higher Administrative Court een vonnis van de Neustadt administratieve rechtbank, die een vrijstelling van het verbod op de dekking verwierp (volgens sectie 23 (4) STVO). Ook hier werd het belang van verkeersveiligheid benadrukt. Volgens de rechtbank is de inmenging in religieuze vrijheid evenredig en dient het om het grote publiek en de fundamentele rechten van derden te beschermen. Deze beslissingen tonen aan dat het verbod op de gevolgen een wettelijk beveiligde maatregel is die de bescherming van het leven en eigendom op de voorgrond plaatst. Het hogere administratieve rechtbank van North Rhine-Westfalen bevestigde in een procedure vanaf juli 2024 dat een niqab de identificeerbaarheid van bestuurders aanzienlijk belemmert. In dit geval betoogde de eiser dat het verbod op haar religieuze oefening in tegenspraak was met de rechtbank echter dat in de beslissing rekening moest worden gehouden met veel aspecten van wegverkeer, zoals in de
wettelijk kader en eerdere beoordelingen
Details | |
---|---|
Quellen |
Kommentare (0)